De meidoornhaag rondom een deel van de boomgaard is ook van lokaal geschiedkundige waarde. Jonge loten meidoorn werden door elkaar gevlochten om er een ondoordringbare haag van te maken. In sommige andere streken werd hiervoor gele kornoelje gebruikt. Beide plantensoorten hebben dezelfde eigenschappen: met veel doornen, mooie bloesem (geel voor de kornoelje en wit voor de meidoorn) en lekkere bessen na de bloei waar licht bitterzoete confituur van gemaakt kan worden. De haag moest de koeien die onder de bomen graasden, binnen houden. Ze moest ook wildplukkers uit de boomgaard houden.