Logo
HEEMKUNDIGE KRING ZWIJNDRECHT BURCHT

2014-11-IMG 0961-710Oude pastorij Zwijndrecht vandaag

Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum .

Oorspronkelijk moet de voormalige pastorij korter bij de kerk gestaan hebben. Een brand op 26 september 1665 zorgde er echter voor dat dit gebouw samen met enkele andere woningen in vlammen opging. De wederopbouw van de pastorij gaf aanleiding tot een discussie wie precies de bouw ervan diende te bekostigen. Een plan van de nieuwe pastorij, welke op een reconstructie neerkwam van de oude, werd uiteindelijk niet aanvaard.

Er werd besloten door het Onze-Lieve-Vrouwkapittel van Doornik (dat eigenaar was van de tienden in Zwijndrecht en dus recht had op een deel van de opbrengst van de grond) om rond 1779/1780 een nieuwe pastorij te bouwen, op een grond welke eigendom was van de Zwijndrechtse pastoors. Eén van deze pastoors, Van Overtvelt, had op deze plaats een zomerhuisje opgericht. Deze grond werd "het paradijs" of "de priesteragie" genoemd.

Negen jaar na de oprichting werd de nieuwe pastorij al uitgebreid met een keuken, kelder, washuis en stal, waardoor de woning ruimer werd en ook de onderpastoor er kon wonen. Na de Franse revolutie werd het gebouw overgedragen aan de gemeente, die voor een behoorlijke huisvesting diende te zorgen voor de pastoor getgeen, zeker in het begin, niet zonder slag of stoot ging.

In 1805 was er bijvoorbeeld al een discussie tussen de pastoor en de burgemeester over een herstelling van de woning. Toen er uiteindelijk een akkoord uit de bus kwam en een loodgieter en dakwerker naar de pastorij trokken om de nodige herstellingen uit te voeren, liet de pastoorsmeid beide heren niet binnen omdat ze hun schoenen weigerden uit te doen.

2014-11-PastorijZijkant-710Zonder stempel – het trapgevelhuis rechts op de foto heeft in 2000 plaats moeten ruimen voor de tram (halte Vredespark).

2014-11-PastorijVooraan-400Postkaart afgestempeld, moeilijk leesbaar maar vermoedelijk 1911.Ook in de daaropvolgende jaren waren herstellingen nodig en werd er ook verbouwd. Zo dateerde de voormuur bijvoorbeeld van 1855. Een druivenserre werd in 1930 opgericht. Ook in meer recente tijden zijn aanpassingen doorgevoerd aan de pastorij, deels om tegemoet te komen aan veranderde wooneisen: bijvoorbeeld het voorzien in een sanitaire installatie (1969), de plaatsing van centrale verwarming (1972) en de uitvoering van een cementbezetting op de voorgevel (1976).

Midden jaren ’80 werd opdracht gegeven voor een grondig onderzoek in het kader van een grote herstelling/restauratie. Hiervoor werd beroep gedaan op P. Van Oekelen, een lokale architect. Zijn verslag was echter ronduit vernietigend: vochtproblemen, het dak was niet geïsoleerd en delen ervan waren beschadigd, de ramen waren van enkel glas, de elektriciteit was verouderd en de keuken was niet functioneel.

Gelet op de geschatte kostprijs van 4,5 à 5,5 miljoen frank voor de herstelling werd in eerste instantie geopteerd voor afbraak, mede omdat men er van uitging dat het ombouwen van de bestaande woning tot een pastorij, die tegemoet zou komen aan de moderne en nieuwe noden, onmogelijk was.

Bedoeling was om op dezelfde plaats een nieuwe pastorij te bouwen. Verschillende ontwerpen werden opgemaakt maar stuitten op een hoge kostprijs (een eerste plan sprak van 8,8 miljoen frank, een bijgewerkte versie ervan zakte tot 7 miljoen frank). De definitieve beslissing over afbraak en nieuwe opbouw werd aanvankelijk uitgesteld en uiteindelijk besliste het toenmalige gemeentebestuur om de bouw van een nieuwe woning niet uit te voeren. Ondertussen diende de pastoor zijn intrek te nemen in een huurwoning (de directeurswoning van het klooster Zusters Kindsheid Jesu) en werden gemeentelijke diensten in de verouderde pastorij ondergebracht wegens plaatsgebrek in het (oude) gemeentehuis.

De pastorij werd ondertussen beschermd bij ministerieel besluit van 12 december 2002 en kon niet meer afgebroken worden. Het gemeentebestuur dat zijn gemeentelijke diensten ondertussen had ondergebracht in het nieuw gebouwde administratieve centrum, wou van het gebouw een jeugdcentrum maken. De beschermde status zorgde er echter voor dat niet zomaar alles kon gedaan worden met het gebouw. Zo was het slopen van binnenmuren bijvoorbeeld uitgesloten.

Uiteindelijk werd besloten om de oude pastorij te renoveren (met huisvesting van de jeugddienst) en werd bovendien een nieuw, modern gedeelte (jeugdhuis Den Trechter) net achter de pastorij opgetrokken, waarvan een deel zich onder de grond bevindt en onder meer ruimte biedt aan een fuifbunker. De 18de-eeuwse interieurafwerking, waaronder stucplafonds, schrijnwerk en het originele eiken dakgebinte zijn bewaard gebleven.

 Tekst, postkaarten en foto: Peter Van den Eynde.

Bronnen:
VERELST D.,Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, Deel 2.
Gemeentelijke brochure Open monumentendag (september 1993).
Kockelberg G.K., Terugblik… Zwijndrecht, Burcht en St-Anneke.