Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Bovenstaande foto toont een verdwenen gebouw aangezien de school in 2007 werd afgebroken. In de plaats kwam er een uitbreiding van WZC De Regenboog met 50 serviceflats, garageplaatsen, een conciërgewoning en een dispensarium.
Hele generaties jongens gingen hier naar school.
Naast de lagere school was er een avondschool ter alfabetisatie van de volwassenen en een vakschool. Je kon er ook naar de bibliotheek vooraleer de openbare bibliotheek werd opgericht.
Sedert 1859 was er een gemeenteschool op de baan Gent-Antwerpen. Voordien werd er les gegeven in een gehuurd lokaal.
Na de verkiezingen in 1878 kwamen de liberalen aan het bewind in België. Ze zagen de mogelijkheid om het onderwijs van onder de katholieke vleugels vandaan te halen en onder staatstoezicht te brengen. Onderwijzers zouden verplicht hun opleiding moeten volgen aan de officiële, sterk geseculariseerde normaalscholen. Godsdienstonderwijs werd geschrapt als verplicht vak.
Er kwam een hevige reactie van de katholieke overheid met een boycot van de officiële lagere scholen. Zowel ouders als leerkrachten werden onder druk gezet om de openbare school de rug toe te keren. Elke pastoor werd door het bisdom opgedragen in zijn eigen parochie een vrije lagere school op te richten. Op die manier ontstonden twee onderwijsnetten naast elkaar.
In Zwijndrecht huurde pastoor Roelandts een stuk grond aan de dreef, de latere Statiestraat, met gebouwen, voor de symbolische prijs van 2 frank per jaar. De gebouwen werden afgebroken en er werden klaslokalen opgebouwd. School en meubelen kostten rond 6500 frank, deels ingezameld bij de parochianen.
Op 1 oktober 1879 werd de katholieke jongensschool ingewijd en kende onmiddelijk een groot succes. De gemeentelijke school liep leeg. De katholieke gemeenteraad steunde deze evolutie door alle onderhoud van de gemeenteschool te stoppen.
De verkiezingen van 1884 werden ruim gewonnen door de katholieke partij. Er kwam een nieuwe wet op het lager onderwijs die de organisatie van het onderwijs grotendeels terug in handen van de gemeenten gaf. Nu konden de gemeenten ook vrije scholen "aannemen": de school kreeg subsidies van de gemeente, maar moest dan ook gratis onderwijs geven aan niet-vermogende kinderen.
Onmiddelijk werd de Zwijndrechtse gemeenteschool in het dorpskern afgeschaft en werd de Sint-Paulusschool door de gemeente aangenomen. Op het Vlaams Hoofd, tot 1923 grondgebied Zwijndrecht, bleef de gemeenteschool bestaan.
Rond de eeuwwisseling nam het aantal leerlingen en het aantal klassen sterk toe door de groeiende bevolking, de verlaging van de klasnormen inzake maximum aantal leerlingen en het groeiende besef van het belang van een goede schoolopleiding. In 1890 telde de school 10 betalende en 180 kosteloze leerlingen. Schoolbezoek was onregelmatig. Vooral tijdens de zomerperiode haakten veel leerlingen af omdat ze bv. op het land moesten meewerken. Dit veranderde in 1914 toen de schoolplicht werd ingevoerd en de klassenormen nogmaals werden verscherpt: klassen met 70 of meer ingeschreven leerlingen werden niet meer aanvaard.
Onder impuls van pastoor Schockaert werd de gehuurde grond aangekocht en werden aanpalende gronden aangekocht in 1920. Kort nadien werden alvast 3 nieuwe klassen opgericht. De school kreeg zo langzaam maar zeker het uitzicht dat we kenden tot 2007. Aan de vooravond van WO II telde de school 14 klassen.
In 1921 werd de eerste directeur ("bestuurder zonder klas") benoemd.
Er werden enkele pogingen ondernomen om lessen voor volwassenen in te richten, maar in 1918 kwam daar een einde aan. Toen werd een avondvakschool opgericht, in het begin voornamelijk gericht op hout- en metaalbewerking. Na 1945 waren hier 150-200 leerlingen.
Tekst: Chris Vander Straeten.
Bron: Gerda Raeymaekers, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht - deel 3, 2004, 188-247.
Pastorij Zwijndrecht, Liber Memorialis.
Foto's: Flor Van de Velde, Leo Verstappen.