Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Een van de taken van heemkunde is het bewaren van elementen die historisch deel uitmaakten van vroegere uitingen van de eigen volksgemeenschap. Feestvieren en dansen waren daar belangrijke aspecten van. Alle lagen van de bevolking kenden ‘eigen’ dansen – zowel het ‘gewone’ volk als de aristocratie zetten hierbij hun beste beentjes voor. In onze tijd duiden we dergelijke ‘historische’ dansen vaak aan als ‘volksdansen’.
Traditionele volksdansen waren oorspronkelijk door iedereen gekend en werden door de ene generatie overgeleverd aan de volgende. Regelmatig maakte ook vendelzwaaien deel uit van de choreografie en er werd steevast gedanst in een bepaalde opstelling.
Vlaamse volksdansen, zoals die nu gedanst worden, hebben een betrekkelijk recente geschiedenis die teruggaat tot het begin van de vorige eeuw.
Het Vlaams Instituut voor Volksdans en Volksmuziek (VIVO), opgericht in 1935, stelde zich tot doel 'verloren' dansen te hervinden, in heel Vlaanderen dansgroepen op te richten, het opleiden van dansleiders en het geven van cursussen. Uitingen van eigen Vlaamse volkskunst kwamen hierbij voorop te staan om het eigen volkskarakter te stimuleren.
Er zijn in België nog heel wat volksdansgroepen. Zij tonen op binnen- en buitenlandse festivals hun eigen cultuur en folklore door dans, muziek, typische klederdrachten, enz.
Volksdans van bij ons: Volksdansgroep ’t Veerke uit Burcht.
Op 20 december 1978 werd volksdansgroep 't Veerke in Burcht opgericht. Eigenlijk kwam die nieuwe groep tot stand vanuit een vraag van het plaatselijke CMBV - de Christelijke Middenstandsvrouwen.
De naam van de groep verwijst naar de vroegere Schelde-overzetdienst 't veir' of 'het veer' tussen de Burchtse kaai en Antwerpen-Zuid. Als dansleider werd Marc Goossenaerts van VVKB De Kegelaar uit Wilrijk aangetrokken. Ze schaften zich een eenvoudige groepskledij aan. Na enige tijd voelden ze zich klaar om een eigen volksdansbal te organiseren, naar het voorbeeld van vele andere groepen uit de omgeving. Ze werden ook lid van de Vlaamse Volkskunstbeweging. De kwaliteit van het dansniveau steeg naarmate er meer aan Vlaamse en internationale cursussen deelgenomen werd. Het aantal optredens nam gestaag toe. Begin 1984 werd geopteerd voor een echte Vlaamse kledij, gebaseerd op de historische werkliedenkledij uit het Waasland van de negentiende eeuw. Toen ‘t Veerke zich ook naar buiten als Vlaamse groep kon profileren, werd besloten in dat jaar voor de eerste keer deel te nemen aan de jaarlijkse Europeade voor Europese Volkscultuur, die toen in het Franse Rennes (Bretagne) werd gehouden. Na Rennes stond Turijn (Piemonte, Italië) op het programma. 't Veerke werd uitgenodigd door dansgroep Jovolka uit Kapellen om de reis samen te maken, wat meteen de basis werd voor een goede samenwerking tussen de beide groepen. De Europeades in het Deense Horsens en in Antwerpen waren evenzovele hoogtepunten in het rijke verleden van ’t Veerke.
Met de jaren won 't Veerke aan kwaliteit, maar het ledenaantal liep sterk terug. Dat was vooral te wijten aan de tijdsgeest, met een algemeen verlies aan interesse voor de volksdans. Volksdans werd meer en meer beschouwd als een relict uit een stoffig verleden, niet meer aangepast aan de moderne tijd.
Met het oog op de opvolging besloten de twee oudste leden van de groep, Koen Van Hout en Marcella Janssens eind 1986 om de toekomst een handje toe te steken. Zij organiseerden een volksdansinstuif. De hooggespannen verwachtingen werden echter niet ingelost want slechts 5 kinderen daagden op. Toch dreven ze door en amper een jaar later dansten er een 20-tal kinderen op 1 mei 1987 op hun huwelijk.
Een aantal jaar was de Volksdansgroep onderverdeeld in 3 leeftijdscategorieën. Bij ’t Veerke Mini ontdekten de jongste kinderen van 3 tot 5 jaar via speelse kleuterdansen de wereld van muziek en beweging. De combinatie van muziek, dans, spel en fantasie geeft hen een duwtje in de rug bij hun motorische ontwikkeling, zonder het sociale aspect uit het oog te verliezen. In 't Veerke Kids dansten kinderen tussen 6 en 12 de hele wereld rond. Daarna stapten ze over naar het ‘échte’ Veerke. Daar kwamen bij jeugd en volwassenen een hele waaier aan dansen aan bod (traditionele en nieuw gecreëerde dansen, zowel Vlaamse als internationale.
Pittige en eerder rustige dansen wisselden elkaar af in een gezellig tempo.
Bij deelname aan optochten waren er enkele leden die zich bekwaamd hadden in vendelzwaaien. Ook deze vaardigheid behoort tot het historisch erfgoed. Op een aantal schilderijen kan je immers ook vendeliers in actie zien tijdens bijvoorbeeld blijde intochten van vorsten of optochten bij gildefeesten.
’t Veerke liet zich regelmatig aan de buitenwereld zien als een frisse vereniging die traditie koppelde aan eigentijdse uitdagingen. Ze waren graag geziene deelnemers aan de jaarlijkse Martinusviering, in 1961 voor de eerste maal ingericht door de Nietsers van St Maerten met het grielen als apotheose. ’t Veerke zorgde ervoor dat dit grielen ook telkens een warme afsluiter kreeg, eerst in de Vrede Sint-Martinus, later en ook nu nog in het Waaigat. Hierop kon jong en oud kennismaken met oude en nieuwe volksdansen. Toen in 2011 de Nietsers de fakkel doorgaven aarzelden ze niet en behoorden ze mee tot de oprichters van het St Maertenscomité. Hier zorgden ze ervoor dat, samen met de Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht, Chiro Burcht, de Sint Martinus Basisschool en Leute, het Sint Maertensgebeuren bestendigd werd.
Toch knaagden de tijdsgeest, corona- en andere virussen aan het ledenbestand. De kindergroep diende te worden losgelaten. Een kleinere groep volwassenen blijft echter het volksdansen hooghouden en propageren. Wekelijks - op vrijdagavond - wordt er verder geoefend in de St Martinusbasisschool. De grote droom is om terug voldoende jongeren en volwassenen aan te trekken en kennis te laten maken met de wereld van de volksdans.
Wil je ook eens proberen? Kom gerust langs om te proeven of dit ook iets voor jou is. Neem voor alle info contact op met Inge Embrecht (
Besef wel dat het enthousiasme van de groep aanstekelijk kan werken en kan leiden tot verslaving!
Tekst: Robert Embrecht i.s.m. Inge Embrecht en Machteld Heyrman (‘t Veerke)
Foto’s: Archief ‘t Veerke