Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
De provinciale grenspalen na de grenswijziging in 1923
De wet van 19 maart 1923 bevatte slechts 6 artikels en droeg als titel ‘wet houdende aanhechting van een gedeelte van den linker Schelde-oever bij de provincie en bij de stad Antwerpen’. De wet bepaalde op basis van een goedgekeurde kaart de nieuwe grens tussen de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen en de nieuwe stadsgrens van Antwerpen. Er werd tevens een aanbestedingswedstrijd voorzien voor het graven van een tunnel onder de Schelde (voor 1 januari 1924). Men bepaalde een werkwijze om de goederen van de weldadigheidsburelen (het latere OCMW) te verdelen. Aangezien er nog geen overeenkomst was over de betaling van een schadeloosstelling voor verlies van grondgebied, werd dit verwezen naar een commissie die moest handelen volgens de regels van de toenmalige gemeentewet (30 maart 1836). Ook de financiële schadeloosstelling voor verlies van grondgebied door de provincie Oost-Vlaanderen was nog niet geregeld en zou bedisseld worden in een driekoppige expertengroep.
Er lag dus nog heel wat werk op de plank. In grote lijnen was dan wel de nieuwe grens bepaald tussen de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen maar dat moest nog verfijnd worden op het terrein zelf. Het ministerie van Binnenlandse Zaken drong er bij de Antwerpse gouverneur op aan om een gedetailleerde kaart op te stellen. Het kadaster van Beveren werd met deze opdracht belast.
Vermoedelijk was dit werk ongeveer afgerond in het begin van 1925. Toen werd immers door het provinciaal bestuur van Antwerpen een plan opgesteld om drie grote grenspalen te plaatsen: op de grens met Kruibeke/Burcht, op de grens met Kallo/Zwijndrecht en de Schelde, een met Melsele/Zwijndrecht. Men recupereerde de oude grenspaal die voorheen op het Vlaams Hoofd stond en die men wou verplaatsen naar de N70 tussen Melsele/Zwijndrecht. De grenspalen in Kruibeke/Burcht en Kallo/Zwijndrecht waren nieuw.
De grenspaal Kruibeke-Burcht (Zwijndrecht)
De grenspaal ter hoogte van Burchtstraat 229 rust op een bakstenen fundering van 1,5 meter. De paal zelf is van arduin en heeft als basis een balkvormig lichaam met daarin de wapenschilden van beide provincies en aan de voorzijde de datum 19-3-23. Daarboven een cilindervormig lichaam dat wordt bekroond met een granaatappel. Het geheel is zo’n 3,65 meter hoog.
Het maken en plaatsen van de paal werd samen met de andere palen in een bestek gegoten begin 1925. De totale kostprijs bedroeg 33.580,80 frank en het werk was wellicht afgerond in oktober 1925. Het werk werd uitgevoerd door Clement Jonckheer & fils1.
De grenspaal is vastgesteld bouwkundig erfgoed sedert 29 maart 2019.
Onze heemkring werkt samen met de Heemkundige Kring Wissekerke om deze paal te reinigen.
De grenspaal Kallo-Zwijndrecht
Deze grenspaal stond aanvankelijk op de Scheldedijk en is identiek aan bovenstaande. De paal werd verplaatst wellicht naar aanleiding van een dijkverhoging. Het voetstuk is gedeeltelijk bedolven onder zand. De paal is moeilijk bereikbaar en kan het best bekeken worden vanaf de Singelweg (aan het golfterrein).
De grenspaal Melsele-Zwijndrecht
Het was de bedoeling om de voormalige grenspaal die op het Vlaams Hoofd stond te verplaatsen naar een punt langsheen de huidige N70 ergens tussen het huidige rondpunt en de spoorweg. Hoewel het bestek voorzag in de verplaatsing, werd dit niet uitgevoerd. Integendeel, de grenspaal verdween naar een binnenplaats van het kasteel Sterckshof in Deurne.
De paal is dus ouder. Het cilindervormig gedeelte bevat een guirlande of slinger met daarin de woorden ‘Flandre Orientale Province d’Anvers.
Was de franstalige tekst een bezwaar tegen de plaatsing?
Tussenpalen
Deze twee grenspalen leggen natuurlijk maar de provinciegrens vast op een beperkt aantal punten. Men moest dit ook op het terrein doen, als het ware perceel per perceel. Hoewel er reeds een bestek werd goedgekeurd op 6 februari 1925, werd het proces-verbaal dat de grens definitief bepaalde pas in september 1925 goedgekeurd door de provincie Oost-Vlaanderen en in november van datzelfde jaar door de provincie Antwerpen.
Ze gingen akkoord met een zeer uitgebreid document, opgesteld op 29 juli 1925 door het kadaster waarin de grens nauwkeurig wordt omschreven. Een bijgevoegde kaart verduidelijkte de grens.
Dit werd ter plaatse gevisualiseerd door het plaatsen van zomaar eventjes 114 arduinen stenen met een grondvlak van 25 op 25 cm, de hoogte is ons onbekend. Aan de ene kant staat de letter A, aan de andere zijde O.V.. Op het bovenvlak werden ook afkortingen geplaatst. 22 palen dragen de letters C(ruibeke) M(elsele), B(urcht). Eén paal de letters M en B. De palen 25-106 de letters M en Z(wijndrecht). Eén paal de letters M C(allo) en Z. De 7 laatste palen de letters C en Z.
Enkele van die kleine tussenpalen vonden we terug aan de Half Maan, aan de buitenkant van de waterpartij. Ook elders zouden nog tussenpalen te zien zijn.
Vermoedelijk zijn vele van die paaltjes verdwenen, aangezien ze gelegen zijn aan akkers, weiden en voetwegen. Het is wellicht een hele expeditie om, met het kadasterdocument en kaart in de hand, na te gaan hoeveel van deze paaltjes hun bijna 100-jarig bestaan hebben overleefd.
Tekst: Dirk Verelst
Met dank aan Freddy Buys.
Jan Hellinx, Grenspalen Vertellen Geschiedenis. Afl. 50 in Tijdingen, 1998, 3-11.
Vlaams Hoofd Verloren?! Toen Sint-Anneke nog Zwijndrecht was 1923-1998. Zwijndrecht, 1998.
Gerda Raeymaekers, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, Zwijndrecht, 2004, dl 3, blz. 147-150.
Rijksarchief Antwerpen, Provinciaal Archief Antwerpen, inventarisnummer 597, nr 167-170.
www.grensmarkeringen.be (laatst geraadpleegd 20 jan. 2023).
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/17538 (laatst geraadpleegd 20 jan. 2023).
Noot 1: Deze Clement Jonckheer is geen onbekende. Hij maakte ook grafmonumenten. Het graf van vader en later zoon Tulpinck is ook van zijn hand.