Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Dit jaar bestond de Tuinwijk in Burcht 100 jaar. Dit werd op 5 juni 2022 herdacht door het Davidsfonds Burcht. De Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht werkte hieraan mee. In de gietende regen werd onder meer een gedicht van onze archivaris Robert Embrecht onthuld over de wijk. Dit was het resultaat van een gedichtenwedstrijd.
Het idee om tuinwijken en zelfs tuinsteden aan te leggen ontstond op het einde van de 19de eeuw in Engeland. Aan de rand van steden moesten tuinwijken worden aangelegd die de overgang tussen de stad en het platteland kon vastleggen. Via de aanleg moesten de bewoners de voeling met de natuur behouden, daarom het belang van voor- en achtertuinen in een groene omgeving. Het was bovendien een goedkope manier van bouwen omdat alle woningen een gelijkaardig grondplan hadden en werden gebouwd in dezelfde materialen. Architecten en urbanisten gingen hier creatief mee aan de slag. Er werd vaak een eenheid in verscheidenheid gerealiseerd door bepaalde woontypes te schakelen1.
Kort na Wereldoorlog I werd deze vorm van urbanisatie opgenomen door Belgische architecten en beleidsinstanties. Men had als soldaat of als vluchteling deze tuinwijken gezien en bij de wederopbouw kwam deze manier van bouwen goed van pas. Overigens werd deze wijk in de volksmond, niet ten onrechte, ‘Engels kamp’ genoemd.
Het Burchtse college van burgemeester en schepenen besprak op 19 oktober 1921 de aanvraag van een Antwerpse bouwfirma om 28 werkmanswoningen op te richten. Het college ging akkoord indien men de provinciale toelating kreeg om waterloop 16 die door de woonzone liep gedeeltelijk in te buizen. De bouwfirma handelde in opdracht van de Sociéte pour l’Exportation des Huiles de Graisage, eveneens in Antwerpen gevestigd2.
Klaarblijkelijk werden de werkzaamheden snel aangevangen, want reeds in 1922 waren de woningen voltooid. Enkele cartouches in woningen op het middengedeelte dragen het jaartal 1922.
Deze vraag om arbeiderswoningen te bouwen kwam niet ongelegen voor het Burchtse gemeentebestuur. De gemeente kampte met een grote woningnood. Vele arbeiderswoningen waren in minder goede staat en beschikten over weinig of geen comfort. Sommige van deze woningen waren in het bezit van de fabrieken, maar deze wensten uit te breiden en vroegen om de afbraak van deze woningen. Bovendien groeide de bevolking nog sterk aan. Na Wereldoorlog I was de financiële toestand helemaal niet rooskleurig te noemen. Pas in 1925 kon de gemeente overgaan tot de bouw van bijkomende woningen3.
De Tuinwijk werd gebouwd onder impuls van René Verheggen, de toenmalige directeur van de fabriek in Burcht. Hij was tevens fabrieksdirecteur in Hoboken. Klaarblijkelijk had hij als soldaat deze tuinwijken gezien tijdens verloven in Engeland5. In tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht was het niet Gulf Oil (Belgium) die de werkmanswoningen liet optrekken. De toestemming wordt in 1922 verleend aan de Sociéte pour l’Exportation des Huiles de Graisage. Op basis van allerlei gegevens kunnen we afleiden dat dit de opvolger is van een olieraffinaderij, elders ook ‘gesticht voor de vervaardiging van fijne smeerolie’ genoemd. In de volksmond gewoon ‘vetfabriek’ genoemd. Deze zag het levenslicht in 1886 en werd gesticht door Ernest Meyer uit Antwerpen. Kort daarna (1893) komt de fabriek in handen van Kuhn & Martens. De firma verandert opnieuw van naam en wordt ‘Société Anonyme Belge d’Huiles et Vaselines’ (1912). Tien jaar later duikt dan de naam op van de bouwaanvrager. Pas in 1933 werd de firma NV Gulf Oil (Belgium) opgericht. Het is dan de firma ‘Société Anonyme d’Armement d’ Industrie et de Commerce’ die de fabriek en de werkmanswoningen inbrengt in deze vennootschap4.
De Tuinwijk bestaat uit 28 werkmanswoningen. In concreto gaat het om 6 woningen in de Antwerpsesteenweg (175-185): 2 blokjes van 3. Evenveel woningen worden opgericht in de Oude Gentweg (91-101): eveneens 2 blokjes van 3. Rond een open plein worden 3 zijden bebouwd (Tuinwijk 7-22): de twee korte zijden met telkens 4 woningen en de lange zijde met 7 woningen. In realiteit wordt op de Oude Gentweg nog een 29ste woning gebouwd, maar het is onduidelijk of deze uit dezelfde periode dateert6.
Het is een afwisseling van kleine en grote woningen volgens een bepaalde ritmiek waardoor het karakter van de Tuinwijk mede wordt bepaald. Alle huizen zijn even breed, namelijk 5,5 meter. De grote huizen tellen 2 verdiepingen, de kleine huizen beschikken enkel over een gelijkvloers met kamers op een zolderverdiep met uitbouw. Elk huisje heeft een klein voorhofje en een achtertuin. Alle percelen zijn ongeveer even groot, maar de hoekpercelen zijn aanzienlijk groter.
Het huidige uitzicht van de woningen is grotendeels identiek aan de originele bouw. Her en der werden garages bijgebouwd en ook in de achtertuinen verschenen vaak veranda’s of andere uitbouwen. Ook de kleureenheid is verloren gegaan. Toch vertonen de woningen rond het plein nog steeds een grote samenhang.
De 28 werkmanshuizen worden gebouwd voor de werknemers van de ‘vetfabriek’ in de Kerkstraat. Ze kunnen de woningen huren aan een aanvaardbare prijs. Klaarblijkelijk worden ook werknemers van andere vestigingen van Gulf Oil als huurder toegelaten7. Deze situatie blijft aanhouden tot in 1963.
Op zaterdag 13 maart 1963 houdt Gulf Oil een voorlichtingsavond in de fabriek. De verkoop van de 28 woningen wordt er aangekondigd. Er wordt een waarde bepaald voor de grond per m2 en een waarde voor de woning. De bewoners van een huurwoning krijgen de kans om zo een eigendom te kopen. Op dat moment staan vier huurwoningen leeg. Werknemers die zulke woning wensten, kunnen zich voor het berekende bedrag kandidaat stellen. Er dagen meerdere kandidaten op. Hun woning wordt toegewezen via loting8.
Wellicht worden eind 1963 de meeste huizen verkocht in het kantoor van notaris Jozef Wauters. De kersverse eigenaars mogen het verkoopbedrag in maandelijkse afbetalingen afkorten van minstens 1500 frank per maand. Op deze lening wordt een interest van 3% betaald9.
Toch zou het nog 10 jaar duren vooraleer er een weg rondom het middenplein wordt aangelegd. Deze middenweg met bijhorende rioleringswerken wordt aanbesteed op 13 mei 1975. De werken vangen aan in januari 1976 en worden voorlopig opgeleverd op 30 april 1976. Twee jaar later worden de werken definitief opgeleverd11. Om deze weg te realiseren moest de toegang naar de Antwerpsesteenweg en de voetweg naar de Oude Gentweg worden verbreed12. Klaarblijkelijk doet korte tijd nadien zich een probleem voor omtrent de voorhofjes. Mogelijk heeft dit te maken met feit dat omstreeks 1965 voor de eerste maal sprake was van het aanleggen van een weg rond het middenplein. Er is daar spontaan een weg ontstaan die door de inwoners wordt aangelegd met kolenasse. Die discussie wordt in der minne geregeld omdat Gulf Oil de grond van het middenplein (1614 m2) kosteloos wou overdragen aan de gemeente10.
De Burchtse Tuinwijk is een klein maar typisch voorbeeld van een tuinwijk zoals er meerdere werden gebouwd kort na de Eerste Wereldoorlog. Ondanks enkele aanpassingen bleef het originele uitzicht van deze wijk behoorlijk bewaard en de waterpomp op het middenplein symboliseert nog steeds een deel van de originele gedachte om een gemeenschapsgevoel op te bouwen in een woonwijk.
Tekst: Dirk Verelst
Noten:
1 www.inventaris.onroerenderfgoed.be: sociale huisvesting: de tuinwijkgedachte (1919-1926). (laatst geraadpleegd op 18 mei 2021). Ook Wikipedia levert relevante informatie op.
2 Gemeentearchief Zwijndrecht: collegeverslag Burcht, 19 oktober en 14 november 1921. Na een openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend om waterloop 16 gedeeltelijk in te buizen. De verkaveling werd gesitueerd als perceel 678 op het kadasterplan.
3 G. Raeymaekers, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, 2004, deel 3, blz. 134-137
4 Verkoopakte van een woning in Tuinwijk voor notaris Jozef Wauters, 28 dec. 1963 (privé-archief). Zie ook Archief Zwijndrecht, doos 5346 en G. Raeymaekers, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, 2004, deel 3, blz. 314-315. De Société Anonyme d’Armement d’Industrie et de Commerce ontstond in 1901 door de samenvoeging van een viertal zustermaatschappijen. De firma werd geleid door de Deen Charles Good en zijn Duitse schoonbroer Frédéric Speth. Vanaf 1908 zal dit bedrijf de petroleumhaven ten zuiden van Antwerpen ontwikkelen. Good werd de roi pétrol genoemd (privé-archief).
5 René Verheggen werd geboren in Bevere bij Oudenaarde in 1888. Zijn zus huwde met Leopold Peeters en woonde ook in de Tuinwijk (privé-archief). Momenteel ontbreken evenwel meer gegevens over deze persoon.
6 In alle documenten wordt steeds gesproken over 28 woningen. Ofwel werd deze 29ste woning, die sterk gelijkt op de andere kleine woningen, op het hetzelfde moment gebouwd maar los van de overeenkomst, ofwel werd ze later toegevoegd en in een gelijkaardige stijl opgericht.
7 Brief van Gulf Oil, 13 maart 1963 (privé-archief).
8 Mondelinge getuigenis.
9 Verkoopsakte voor notaris Jozef Wauters op 28 december 1963 voor een perceel van 129 m2 (privé-archief). Volgens een mondelinge getuigenis bedroeg de verkoopwaarde van het huis dat zijn vader kocht 90.000 frank. Er wordt ook getuigd dat het bedrag renteloos mocht terug betaald worden, weliswaar gespreid over een korte periode.
10 Brieven van Gulf Oil aan het Burchtse gemeentebestuur, 2 en 30 september 1965 (Archief Zwijndrecht, doos 5346).
11 Bestek, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering (Archief Zwijndrecht, doos 5346).
12 Archief Zwijndrecht, doos 5346: deze gronden waren deels in het bezit van de Immobiliers de Neusenberg (kopie van een gemeenteraadsbeslissing dd. 23 juli 1975 waarbij 792,54 m2 kosteloos werd afgestaan). In deze Immobiliers de Neusenberg ontmoeten we Georgette Patriarche (brief van notaris Glorie aan de burgemeester van Burcht, 26 augustus 1975). Deze laatste was de schoonzus van Charles Somville, voormalig eigenaar van Laminoirs de l’Escaut en UMAL (Archief Zwijndrecht, bevolkingsregisters Burcht 1930-1947).