Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Naar aanleiding van de herbestemming van de Sint-Martinuskerk komt uiteraard ook de kruisweg ter sprake. In de plannen die momenteel voorliggen hangt de kruisweg in feite in de weg omdat men in de zijbeuken een tussenverdiep wil plaatsen. Dan rijst de vraag of deze moet bewaard worden. Wat is de kunsthistorische waarde? Welke emotionele waarde heeft zo’n kruisweg? Wekelijks staarden diverse generaties naar deze expressieve uitbeelding van het lijdensverhaal van Christus. In dit portretje gaan we dieper in op de ontwerper van de kruisweg en geven we de Burchtse kruisweg een plaats in zijn immens oeuvre.
Een korte biografie
Aloïs De Beule werd geboren in Zele op 27 augustus 1861. Zijn vader was een schoenmaker. Na zijn schooltijd ging hij werken bij zijn vader. Maar op 23-jarige leeftijd verhuisde hij naar Gent. Aloïs was een natuurtalent en hij ging even aan het werk in het atelier van Zens (noot 1) en Pauwels (noot 2), twee van de talrijke ateliers waar vooral religieuze kunst werd gemaakt. Het daaropvolgende jaar schreef hij zich in aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten, maar daar kan hij niet aarden. Uiteindelijk belandde hij in de Gentse Sint-Lucasschool (1886). Hij sloeg er enkele jaren over en studeerde er in 1888. Datzelfde jaar kwamen zijn ouders en broer Emile bij hem inwonen.
De Sint-Lucasscholen waren de voornaamste propagandisten van de in katholieke kringen zeer populaire neogotiek, die zoals de naam suggereert zijn inspiratie vond in de gotiek. Hun afgestudeerden werkten samen in ateliers waar meerdere vakmensen zoals beeldhouwers, schilders, houtsnijders…aan het werk waren.
Vrij snel kreeg Aloïs De Beule de opdracht om een kruisweg te ontwerpen voor de Gentse Sint-Jacobskerk. Hij zou er twee jaar aan werken. Deze kruisweg was de eerste belangrijke opdracht die hij samen met zijn broer in de schoot van de firma De Beule Gebroeders realiseerde. Deze kruisweg maakte nogal wat indruk, niet het minst bij J.B. Bethune, één van de grote voorvechters van de neogotiek. Dit opende nogal wat deuren.
De Beule Gebroeders specialiseerden zich in kruiswegen maar ook in ander religieuze kunstwerken. Aloïs huwde in 1891 met Eugenia La Housse. Na het succes van zijn kruisweg voor de Sint-Jacobskerk ontwierp hij een kruisweg voor de St Augustine’s Abbey in Ramsgate, de abdij waar de stichter van de Engelse neogotiek zijn laatste rustplaats vond.
De Beule ontwierp en maakte beelden voor het stadhuis van Dendermonde (1894), het boerenkrijgmonument in Overmere en Mol (1898). Zijn broer Emile overleed in 1899 en de firma werd omgedoopt tot ‘Art Religieux’, een naam die voor zichzelf sprak. De opdrachten stroomden binnen. Aloïs bouwde voor zichzelf een riante woning met atelier aan de Nieuwburgkaai in Gent. In 1913 ontwierp hij een groots beeld van het Ros Beiaard voor de wereldtentoonstelling in Gent. Dit beeld siert trouwens nog steeds het Citadelpark. Datzelfde jaar werd ook zijn beeld van Jan Frans Van de Velde onthuld in Beveren.
In de voormalige kerk op Linkeroever (1905) werd in 1909 een kruisweg van de Beule geplaatst. Het was een kleiner ontwerp en kostte 3.200 frank. De kerk werd in 1968 afgebroken (noot 3).
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtte Aloïs met zijn gezin naar Londen. Na de oorlog ontwierp hij verschillende oorlogsmonumenten en werd hij betrokken bij de wederopbouw van Ieper. Hij bleef religieuze kunst ontwerpen, maar soms in een sobere stijl. De neogotiek had grotendeels afgedaan. In tal van werken herkennen we nu elementen uit de art-deco (noot 4).
Aloïs De Beule overleed op 15 december 1935 en werd begraven op Campo Santo in Sint-Amandsberg (Gent). Op zijn graf staat een zelfontworpen H. Hartbeeld.
Werken van De Beule bevinden zich vooral in België, maar ook in Engeland. Wellicht is er ook werk verkocht aan Franse en Nederlandse kerken of religieuze instellingen. Er bestaat geen volledige inventaris van zijn omvangrijk oeuvre. Wellicht werd veel werk van hem reeds vernietigd of verwijderd. Want hoe groot het succes van de neogotiek ook was, even snel daalde de belangstelling en de waardering ervan na de Eerste Wereldoorlog.
Kruiswegenfabrikant?
Men verwijt De Beule wel eens dat hij zijn succes uitbuitte en heel veel kopieën maakte van zijn eigen werk. Daar is wel iets van aan. Hij zou 14 verschillende kruiswegmodellen hebben ontworpen. Zijn biograaf kon er alvast 12 terugvinden. Toch zouden ooit 250 kruiswegen van De Beule zijn geplaatst. Een eenvoudige rekensom leert ons dan dat De Beule tot 20 kopieën maakte van één ontwerp.
Het staat evenwel vast dat De Beule elke kruisweg, die toch uit 14 staties bestaat, zelf ontwierp en de modellen boetseerde. Het was dan aan de mensen in zijn atelier om dit verder af te werken. Men maakte een mal van het model en die werd dan gebruikt om de eigenlijke statie te maken.
De kruisweg werd uitgevoerd in gips, klei of kunststeen. Maar meestal gebruikte men steenkarton of carton-pierre . Dit was een bijzonder, geheim mengsel van papierdeeg, lijm, krijt en gips. Het eindresultaat werd beschilderd of gepolychromeerd.
Meestal werd de statie in zijn geheel in een mal geperst, maar soms werden kleinere delen apart in een mal gemaakt en dan toegevoegd aan het geheel.
Alois De Beule was een natuurtalent die, geschoold door de Gentse Sint-Lucasschool, zijn draai vond in de stijl en werkwijze van de neogotiek. De bouw en restauratie van vele kerken in neogotische stijl zorgde voor heel wat werk in de talrijke religieuze kunstateliers. De Beule wist creatie en zaken uitstekend te combineren. Hij had oor naar zijn opdrachtgevers en kon zijn ontwerpen aanpassen, ook aan de financiële mogelijkheden.
Deze soepelheid speelt hem soms parten. Het lijkt wel eens seriewerk en routineus maatwerk. Maar tevens zien we werken die volledig in de lijn liggen van het neogotisch kunstideaal. De figuren, ook op de kruisweg in Burcht, zijn zeer volks en hebben een uitgesproken houding met bepaalde gestes en gelaatsuitdrukkingen. Het zijn middeleeuwse figuren die als het ware elementen uit de schilderijen van de Vlaamse primitieven tot leven brengen.
De kruisweg in de Sint-Martinuskerk
De kruisweg in de Sint-Martinuskerk is een kopie van het werk dat in eerste instantie werd geleverd aan de kerk van Gistel. Het behoort tot de vroegere werken van De Beule. Het was zijn 4de kruisweg en werd ontworpen in de periode 1896-1899. Het is een kruisweg met grote afmetingen (hoogte: 115 cm, breedte: 137 cm per statie). Elke statie van de kruisweg werd geplaatst in een cassette, die men in de muur moest plaatsen.
Soortgelijke kruiswegen werden geplaatst in de Sint-Lievenskerk van Ledeberg, in de Sint-Eligiuskerk te Antwerpen en in de kerk van Basse-Wavre. Sommige van deze kruiswegen vertonen kleine varianten ten opzichte van het origineel.
Een kruisweg, sterk beïnvloed door Gistel maar toch anders, werd in 1904 ook geleverd aan de kerken van Puivelde, Uitbergen, Ooigem en de Sint-Jozefkerk in Brugge.
De kruisweg werd in de Sint-Martinuskerk geplaatst in 1904. De kruisweg kostte 4.900 frank. Pastoor De Clercq vond sponsors die per statie 450 frank wensten neer te tellen. De familie Cop betaalde voor 3 staties, de pastoor en zijn zussen, de onderpastoor en 9 families betaalden elk 1 statie. Aangezien één statie slechts 350 frank kostte, werd met de winst op deze inzameling, een triomfantelijk kruis gekocht bij diezelfde De Beule. Dit kruis hangt nog steeds boven het hedendaagse hoofdaltaar (noot 5).
De kruisweg werd grondig gerestaureerd in 2014. Vuil, vernis en overschilderingen werden verwijderd en in de mate van het mogelijke werd teruggegrepen naar de originele kleuren (noot 6).
In Zele kan men het Museum Zeels Erfgoed - Henri Van Daelecentrum bezoeken. In een aparte afdeling worden heel wat werken, tekeningen en foto’s getoond uit het atelier van Aloïs De Beule. Het museum is toegankelijk elke eerste en derde zaterdag van de maand (niet in juli en augustus) van 14 tot 17 uur. Het museum bevindt zich Lokerenbaan 43 in Zele.
Tekst: Dirk Verelst
Dit artikel is volledig gebaseerd op:
F. De Geest, Aloïs De Beule (Zele 1861-Gent 1935) Beeldhouwer voor kerk en staat. Zele, 2016, 93 blz. en
F. De Geest, Aloïs De Beule (1861-1935) De Kruiswegen, in Heem- en Oudheidkundige Kring van Zele vzw., Jaarboek 2016, blz. 51-100.
Hieruit komen ook de 2 foto’s.
Foto kruisweg Sint-Martinuskerk: Chris Vander Straeten.
Noten:
1 Mathias Zens ontwierp de huidige kruisweg in de H. Kruiskerk (1885). (D. Verelst, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, Zwijndrecht, 1993 deel 2, blz. 404-405).
2 Onrechtstreeks is Pauwels aanwezig in de Burchtse kerk. Na zijn dood (1896) huwde zijn weduwe met Albert Sinaeve die de firmanaam overnam en in 1905 het Wivina-altaar leverde. (D.Verelst, blz. 240).
3 E. Van Peel, HH. Anna en Joachim. Antwerpen Linkeroever 1893-1993, Beveren, 1994, blz. 41. De auteur meldt enerzijds dat er een artistieke waardering was voor de afgebeelde taferelen, maar anderzijds dat de kruisweg minder gunstige reacties uitlokte.
4 Alois De Beule laat dan ook een indrukwekkend oeuvre achter. Op www.inventaris.onroerenderfgoed.be worden tenminste 46 werken van De Beule opgesomd (religieus en ander werk).
5 D. Verelst, blz. 244-245.
6 Restauratiedossier Kruisweg in de Sint-Martinuskerk in Burcht.