Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Het Tassijnshuis (Polderstraat 2) met bakhuis werd samen met de oude pastorij van Zwijndrecht en het zogenaamde herenhuis (Polderstraat 12) beschermd op 12 december 2002. De drie woningen op een boogscheut van elkaar vormen samen een merkwaardig bouwkundig trio.
Het woonhuis werd gebouwd of voltooid in 1785 (in smeedijzer vastgelegd in het bovenlicht van de voordeur) door Jan Baptist Tassijns, nadat deze in 1780 een huis kocht in de nabijheid van de pastorij. Die oude woning werd afgebroken of grondig aangepast aan de wensen van de nieuwe eigenaar.
Jan Baptist Tassijns was de zoon van Pieter en werd in 1751 geboren op het Vlaams Hoofd. Zijn vader was er herbergier en later pachter van het veer op het Vlaams Hoofd. Zoon Jan Baptist studeerde rechten en werd in 1776 zowel door de heer van Zwijndrecht als door de heer van Burcht aangesteld tot baljuw en meier van Zwijndrecht en Burcht, waarbij hij optrad als afgevaardigde van de eigenaars van beide heerlijkheden. In 1780 werd hij aangesteld tot griffier van Zwijndrecht. Dit bracht meer geld op en hij werd zo de spreekbuis van het Zwijndrechtse dorpsbestuur. Met vooral juridische argumenten zal hij zich verzetten tegen de Oostenrijkse politiek, die zal leiden tot de Brabantse Omwenteling.
Hij was tevens de spreekbuis van het verzet tegen de hervormingen door de Franse revolutionairen. Aanvankelijk slaagde hij in zijn opzet om bepaalde maatregelen van de Fransen tegen te houden of op zijn minst te vertragen. Maar na de Boerenkrijg moest hij onderduiken en ondervond hij sterk tegenwerk van de politieke commissaris van het kanton Haasdonk. Bij een clandestien thuisbezoek werd hij gesnapt en overgebracht naar de gevangenis van het kanton. Enkele dagen later op 5 maart 1799 werd hij neergeschoten bij een vluchtpoging (volgens Jan Benedikt De Kever, de politieke commissaris) of standrechterlijk geëxecuteerd (volgens pastoor Stepman van Haasdonk en het autopsierapport).
Het huis bleef in eigendom van de familie Tassijns tot in het begin van de 19de eeuw. Op een ons onbekend tijdstip kwam de woning in het bezit van Petrus Van Goey, vermoedelijk ergens in de midden van die eeuw. Het huis bleef in bezit van de familie Van Goey tot 2020.
Het Tassijnshuis telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak, dat is bedekt met mechanische pannen en voorzien van daglichten.
De voorgevel had aanvankelijk een sterk geprofileerde kroonlijst, die we nu nog enkel aantreffen aan de achtergevel. De gevel toont een symmetrische indeling met een centrale toegangsdeur. De ramen zijn rechthoekig en voorzien van een hardstenen onderdorpel en bovenlatei en worden, uitgezonderd de deurdoorbreking, ontlast door een bakstenen strek. De centrale toegangsdeur met rechthoekig bovenlicht is voorzien van een hardstenen, geprofileerde omlijsting. De tussendorpel en de geprofileerde druiplijst zijn versierd met een tandlijst.
Het bakhuis staat haaks op de woning en telt twee traveeën en één bouwlaag onder een zadeldak met een redelijk intact bewaarde originele houtstructuur. De noordzijde van het huisje is voorzien van een opkamer boven een overwelfde kelderbeuk.
De huidige gevelbekleding, plinten en beluiking zijn van latere datum.
Op de gevel is in 1949 een gedenkplaat aangebracht naar aanleiding van een herdenking van pastoor Cop en Jan Baptist Tassijns.
In het interieur, sterk aangepast in de 20ste eeuw, zijn enkele kwalitatief hoogstaande 18de-eeuwse interieurelementen bewaard. Van de overwelfde éénbeukige kelder, gesitueerd in het westelijk deel van het huis, bleef het volume ongewijzigd.
De traphal heeft haar laat-18de-eeuws karakter behouden. De vloer is bedekt met zwart marmeren tegels met witte noppen. Een eikenhouten trap wordt getypeerd door klauwvormige trappalen en fijn gedraaide balusters met gegleufde kubusjes. Het stucplafond is voorzien van een centrale rozet met acanthusbladeren gevat binnen manueel getrokken lijstwerk.
Verder zijn er twee zeer fraaie, typisch 18de-eeuwse schouwboezems bewaard. De zuidwestelijke ruimte is voorzien van een schouw met een bas-reliëf in Lodewijk-XVI-stijl. Een gelijkaardige schouw, met een rijkelijker uitgevoerde bas-reliëf is behouden op de bovenverdieping.
Op de zolderverdieping zijn enkele authentieke spantonderdelen met getoognagelde pen- en gatverbindingen
Tekst: Dirk Verelst.
Bronnen:
Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, deel 1 en deel 2.
Brochure Open Monumentendag 1993.
Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: Herenhuis Tassijnshuis [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/14713 (Geraadpleegd op 07-07-2020).