Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Na de onafhankelijkheid van België werd er gedacht dat onze grenzen beschermd moesten worden tegen een eventuele inval van de Nederlanders. Daarna zouden de Fransen wel eens kunnen terugkomen. Op 19 juli 1870 viel het Pruisisch-Duitse leger Frankrijk binnen langs de oostelijke grens. De grote schrik zat er toen in want het militaire geschut dat toen gebruikt werd, ging verder dan voorheen gedacht. De Duitsers konden ook wel eens langs ons land passeren met geschut dat de toenmalige forten tot ‘poeier’ konden schieten. De militaire landkaarten vertoonden ook gaten in de verdediging. Na heel wat discussie en planning werd er beslist om 3 forten bij te bouwen bij het ‘nationaal reduit’ Antwerpen: in Zwijndrecht, in Kruibeke en Merksem.
Over het fort van Kruibeke kon u al meer lezen in het portretje van oktober 2019.
Het fort van Zwijndrecht werd in de wijk Gavers ingepland, er zou een verbinding komen met de forten Kruibeke en Sint Marie III via de Krijgsbaan en de Defensieve Dijk.
Er kwam vooraf een openbaar onderzoek en natuurlijk was er tegenstand tegen de bouw van dit fort. De Gavers was toen nog vooral landbouwgebied. De eigenaars en de pachters van de gronden mochten hun ongenoegen uiten maar het fort kwam er toch. In 1870 werd begonnen met de bouwwerken en in 1874 was het bijna klaar. Er werd in 1875 en 1877 een ‘bouwstop’ ingelast vanwege financiële problemen, in 1880 was dit bakstenen fort eindelijk afgewerkt. Men vond er onder andere een artilleriekazerne, een infanteriekazerne, verblijven voor de officieren en voor de miliciens, droge en natte grachten, magazijnen en een ‘vuurwerkplaats’. Het ging bij de vuurwerkplaats niet om een instelling waar vuurpijlen, gillende keukenmeiden en dergelijke gefabriceerd werden maar wel om een munitiefabriek.
Met dit fort kwam ook die andere gekende persoon in Zwijndrecht: ‘de majoor’ Constant Borin (vader van onder andere Adhémar die later een straat naar zich vernoemd kreeg). Hij zou de eerste bevelhebber van dit fort worden.
Aan het begin van de Groote Oorlog werd er in de droge gracht van het fort een Duitse spion, Paul Ehrhardt, geëxecuteerd.
Toen de Duitsers onze gemeente naderden, werd zo veel mogelijk munitie in de natte gracht geworpen, de kanonnen werden onklaar gemaakt en de troepen trokken op naar Beveren en verder langs de Defensieve Dijk en de Beverse Baan. Er werd geen enkel schot gelost. De Duitsers namen het fort en de vuurwerkplaats over. Ze lieten een aftakking van de spoorweg Antwerpen-Gent naar het fort rijden en gebruikten de installaties tot ze terug wegtrokken. Het is dus aan hen te ‘danken’ dat er een treinhalte ‘Zwijndrecht Fort’ bestond.
Tussen beide wereldoorlogen waren er weer Belgische troepen op het fort aanwezig en werd de munitiewerkplaats terug opgestart. In 1940 zouden er maar liefst 3000 personen in deze werkplaats aan de slag zijn.
Tijdens de tweede Wereldoorlog trok de Duitse firma Wühle in de gebouwen van de munitiewerkplaats. Vele Zwijndrechtenaren moesten er aan de slag. Het verhaal doet nog de ronde bij de jeugd van toen dat men aan de veranderde haarkleur van de werknemers kon zien dat ze daar werkten: hun eigen haar verkleurde naar Venetiaans blond (ook gekend als ‘rost’).
Na de oorlog zou het fort nog even gebruikt worden door het Britse leger dat er oorlogsmateriaal vernietigde. Het Belgische leger trok weer in de gebouwen maar nu staat de bedrijvigheid al een hele tijd op een laag pitje.
In 1947 werd het fort vernoemd naar kolonel Brosius. Deze kwam in 1935 aan te Zwijndrecht en zou tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheidene verzetsgroepen stichten. Deze activiteiten kwamen aan het licht en in 1943 werd hij gearresteerd. In 1944 stierf hij te Essen (Duitsland).
Het fort is een onbekend stukje van onze gemeente dat slechts zelden bezocht kan worden. Dit kon enkel als je hier je legerdienst vervulde, kwam werken op de munitiewerkplaats en op de ‘Wandel-mee-dag’ in 1993.
En er zou heel wat afgewandeld kunnen worden op dit domein van maar liefst 43 hectaren. Gelukkig kan men er nu via de fietsostrade F4 langsrijden. Je ziet vanaf dit fietspad lege gebouwen met mooie glaspartijen en veel bomen. Er zijn zeer weinig foto’s van het fort bekend. Wat eveneens onbekend gebleven is, zijn de verhalen van de jonge mannen die er hun legerdienst uitoefenden, de mensen die op de munitiefabriek gewerkt hebben en de omliggende bewoners (Vendoorn, Ponjaard, Gavers). Rond elke militaire aanwezigheid zijn of waren er cafés. Op de Gavers, kant Krijgsbaan, was er het café ‘De Donkere Wolk’ en aan de kant van de halte Zwijndrecht Fort had je café ‘Bij de Grijzen’. Iets verderop, aan de Parmastraat, had je café 'In de vrijheid'.
Hebt u verhalen in petto die met dit fort en/of de munitiewerkplaats te maken hebben? Weet u meer over majoor Borin? Bent u wel eens op de trein gestapt aan Zwijndrecht Fort of er afgestapt? Hebt u nog foto’s van de directe omgeving? Laat het ons eens weten via ons forum, de contactpagina op deze website of een briefje in de brievenbus aan Kaaiplein 29.
Tekst: Mireille Schaekers
Bronnen:
• SCHAEKERS, M., Zwijndrecht en Burcht in de Groote Oorlog: van de mobilisatie tot aan de bezetting, Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht, 2014.
• VAN MEIRVENNE, R., Fort Zwijndrecht van het Verschanste Kamp op de Antwerpse linkeroever, 2007.