Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Het stuk spoorlijn tussen Antwerpen en Sint-Niklaas werd 175 jaar geleden geopend. Tijd voor een jubileumnummer.
Tot eind 1840 waren de Rijsselse Baan en de "Oude Gentse Weg" de enige grote verbindingen in ons deel van het Waasland. De verbinding met Antwerpen gebeurde dmv. het "dwarsveer" aan het Vlaams Hoofd en het Burchtse veer.
De huidige weg tussen Zwijndrecht en Burcht bestond nog niet.
In die tijd was er een razendsnelle evolutie van de treininfrastructuur: De eerste praktische locomotief werd voorgesteld in 1829 in Engeland (Stephenson); de eerste stoomtrein op het Europese continent - de lijn tussen Brussel en Mechelen - werd in dienst gesteld in 1835.
In 1840 had de Staat de hoofdassen van het Belgische spoorwegnet aangelegd en rekende op private maatschappijen om het net verder uit te bouwen.
Eind 1840 stelde ingenieur/uitvinder/pionier/ondernemer Gustave-Joseph De Ridder een nieuw concept voor met smalspoor (1,151 m tussen de rails) en locomotieven met sterk verminderd brandstofverbruik. In 1841 werden succesvolle proeven gedaan op het Staatsnet, met de lof van Robert Stephenson.
De Ridder wilde zijn uitvindingen omzetten in realiteit en diende een koncessieaanvraag in voor de verbinding tussen Antwerpen en Gent. Op 8 oktober 1841 verscheen de officiële goedkeuring in het Staatsblad. De bevolking kon het voorontwerp inkijken en bezwaren aantekenen. In oktober 1842 werd een openbare aanbesteding voor de koncessie uitgeschreven. De Ridder was de enige inschrijver en won.
De Ridder begon onmiddellijk met het stuk Antwerpen-Sint-Niklaas; hij sloot overeenkomsten af voor de inplanting van stations en de bootdienst over de Schelde. In november 1844, 175 jaar geleden, werd de lijn ingereden. Zijn verwezenlijking werd het jaar daarop ondergebracht in een maatschappij, de "Compagnie du Chemin de Fer d'Anvers à Gand par Saint-Nicolas et Lokeren". De Ridder zelf werd hoofdaandeelhouder, directeur en leverancier aan het bedrijf.
Er werden 22 woningen gebouwd voor het toezichtspersoneel en de stations Gent, Beervelde, Lokeren, Sint-Niklaas, Beveren, Antwerpen Vlaams Hoofd op de linkeroever, Antwerpen station Pays De Waes ("Pietje Waas") op de rechteroever. Er werden aanlegsteigers opgetrokken op beide oevers en er zouden twee stoomboten gebouwd worden naar een ontwerp van De Ridder. Het was dus een apart veer naast het oude bestaande dwarsveer.
In 1845 had men 9 locomotieven in dienst, 44 passagiersrijtuigen en 50 lastwagens. Een van deze locomotieven was de "Pays De Waes". Die deed 50 jaar dienst en kan nog steeds bewonderd worden in het spoorwegmuseum Train World aan het station van Schaarbeek.
Het baanvak Sint-Niklaas-Gent werd in 1847 ingehuldigd.
De verbinding over de Schelde was een terugkerend probleem.
Op 25 augustus 1857 botste de avondtrein naar Gent tegen een "koei". De twee locomotieven en ettelijke rijtuigen ontspoorden met meerdere doden tot gevolg. Alle spoormaatschappijen werden verplicht hun lijnen met hagen af te boorden.
Tijdens de volgende jaren werd het spoor systematisch vernieuwd.
Rond 1880 werden de Scheldekaaien rechtgetrokken en moest daarom stroomopwaarts een nieuw station Pays De Waes opgetrokken worden. Dit werd in juli 1881 in gebruik genomen. De overvaart werd langer, de aanlegsteigers moeilijker bereikbaar.
De nadelen van het eigen smalspoor, de overzetdienst en de concurrentie met de staatsspoorwegen (langs de route Boom-Puurs-dendermonde) begonnen zwaar door te wegen. Bij wet van 1874 werd een brug over de Schelde geregeld. Die kwam er niet, ook niet toen de maatschappij aanbood die zelf te slaan. Een Antwerpse vennootschap daagde de staat voor de rechter, die hen gelijk gaf. Nu plande men een brug te Hoboken. Nu werden vreesde men ineens dat de staatslijnen te veel competitie zouden ondervinden van "Pietje Waas". Er werden onderhandelingen opgestart. De staat nam op 1 januari 1896 het smalspoor over. In 1898 werd de lijn op normaalspoor (1,435 m) gebracht. Elk traject werd op 1 nacht van smalspoor naar normaalspoor overgeschakeld!
Een krantenartikel uit 1899: Toen de vroegtrein uit Sint-Niklaas aan het Vlaams Hoofd gekomen was, stapten de reizigers af en begaven zich over het houten staketsel of vlotbrug van de kaai naar de stoomboot. Opeens brak het staketsel in twee en de honderdviftig reizigers ploften loodzwaar in de Schelde. Een oorverdovend gehuil, gekerm en geschreeuw steeg op. Sommige mensen die reeds ingescheept hadden sprongen overboord omdat ze dachten dat de boot zonk. Elf mensen verdronken. De steiger werd in november 1899 terug opgebouwd.
Wat de trein niet had gekund deed de opkomst van de automobiel wel: in de periode maart 1931 - september 1933 bouwde de maatschappij IMALSO twee tunnels onder de Schelde. De eigen veerdienst van de maatschappij werd in mei 1934 gestopt, de reizigers konden vanaf Antwerpen Vlaams Hoofd de rechteroever bereiken per bus of te voet.
Het oude veer bleef nog een tijd in dienst (zie ons Portretje November 2019: Van Vlaams Hoofd naar Linkeroever). Voor de trein kwam de verbinding tussen beide Scheldeoevers er pas in 1970 met de ingebruikname van de Kennedytunnel.
Tekst: Chris Vander Straeten.
Bron: Antwerpen op het spoor, Uitgave N.V. De Vlijt, 19-25.
Foto's: Stefan Hofecker 2018, Archief HKZB.