Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum .
Op de plaats van deze woning, recht tegenover de St. Martinuskerk van Burcht, stond vroeger al een burgemeesterswoning met uitgestrekte velden waarop ook boerenhuisjes stonden die door de pachters van die velden werden bewoond. De conciërgewoning was daar het laatste overblijfsel van, dat, volgens de datum die was aangebracht op de zonnewijzer uit 1637 (17e eeuw) stamt. In deze woning was een oude deur die we ook kunnen dateren als 17de eeuws (barok). Deze conciërgewoning werd afgebroken bij de opbouw van het woonzorgcentrum.
Oorspronkelijk, dus voor de bouw van de villa Hortensia, was de hoofdingang van de burgemeesterswoning gelegen aan Dorpstraat 61 met een doorgang (sentier no. 16) naar sentier no. 20, de latere Kloosterstraat..
Het was burgemeester Alfons Van Goethem (1851-1930) die in 1912 de huidige woning liet bouwen door architect Charles Nissens. Deze had enkele jaren daarvoor (1905) de gemeente Temse van een nieuw gemeentehuis voorzien. De bouwdatum wordt vermeld in de gevel. De naam ‘Hortensia’ komt van de echtgenote van burgemeester Alfons Van Goethem, Hortense Sloor. Die Hortense was de weduwe van de jong gestorven Jozef Van Goethem (1855-1891), eveneens burgemeester en achterneef van Alfons Van Goethem. Alfons Van Goethem huwde dus de weduwe van zijn achterneef en vernoemde de woning die hij liet bouwen naar haar. Daar hield het niet op, want ook in de tuin werd eer betoond aan echtgenote Hortense door overal hortensia’s aan te planten. Alfons Van Goethem oriënteerde de woning nu met de hoofdingang parallel aan de Dorpstraat, waar twee grote poorten toelieten om met de koets in- en uit te kunnen rijden. De oude remises (stelplaatsen) naast de conciërgewoning werden afgebroken om plaats te maken voor de aangebouwde koetsstalling. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat ook de koetsstalling van een torentje zou worden voorzien, maar om een of ander reden is dat er nooit van gekomen, mogelijk speelde Wereldoorlog I hierbij een rol.
Op een aantal ingekwartierde Duitsers tijdens de tweede Wereldoorlog na, is de woning enkel bewoond geweest door drie opeenvolgende generaties van de familie Van Goethem, hoewel volgens sommige bronnen de villa ook dienst deed als Kommandatur van de Duitse bezetters in de Eerste Wereldoorlog.
Aanvankelijk werd de woning bewoond door Alfons Van Goethem, burgemeester, samen met zijn echtgenote, de stiefzoon van Alfons en zijn kinderen uit zijn huwelijk met Hortense Sloor. Wanneer zijn stiefzoon huwde in 1921, verliet Alfons en zijn kinderen de woning. Jozef Van Goethem kwam er wonen met zijn kersverse bruid Paulina Dierckx. Ze kregen twee kinderen en de weduwe bleef na de dood van Jozef (1953) in de woning wonen. Zij verliet de woning in 1966 en haar zoon Jozef, dokter-chirurg, betrok de woning in 1972.
De villa Hortensia telt twee bouwlagen in baksteen met een decoratief gebruik van natuursteen onder een leien zadeldak waaronder zich een grote zolder bevindt. De gevel wordt bekroond met verhoogde trapgevels. Doorlopende banden in natuursteen geven een zekere horinzontaliteit aan het gebouw, terwijl alle andere elementen eerder de verticaliteit onderstrepen. Er is een hoektoren met terras die met een brede korfboogpoort toegang geeft tot het vroegere koetsgedeelte. Daar is ook de officiële, statige voordeur. Verdiepte muurvlakken in boogvorm geven de villa een uitstraling een burgemeester waardig. Opvallend is dat de woning aan de buitenkant in neogotische stijl is opgetrokken, alhoewel ook andere stijlkenmerken zijn opgenomen. Architect Nissens werkte vaak eclectisch.
Het interieur is ondertussen verbouwd, maar daarin zagen we een heel ander verhaal en werden door de opeenvolgende bewoners verschillende ruimten en kamers onder handen genomen om er een eigen toets aan te geven. Soms was dat vanuit esthetische overwegingen, soms ook vanuit functionele behoeften. Mevrouw Mine Arts-Van Goethem, de laatste bewoner en weduwe van dr. Jozef Van Goethem, kwam er in 1972 wonen en trof een woning aan waar weinig modern comfort voorzien was. In de keuken moest het water nog worden opgepompt – die werd uiteraard vervangen en er werd eveneens een moderne badkamer geplaatst. Ook de oude koterijen en aanbouwsels werden verwijderd. De 3 generaties binnen de familie Van Goethem die hier hebben gewoond, hebben elk hun eigen stempel gedrukt op de woning. Zo was het poortgebouw versierd met de tekeningen van de vier seizoenen. Het was de schoonmoeder van mevrouw Mine Arts die de eetruimte een nieuwe inrichting gaf in Vlaamse stijl, geïnspireerd op één van de zalen van het Antwerpse stadhuis. Opvallend was hier in de eerste plaats de afwerking met zwaar en donker leder, de monumentale schouw en de grote Vlaamse luchter. Centraal stond hier een zware tafel en dito houten stoelen, die werden aangekocht na de wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1930. Een andere opvallende ruimte was de salon in Franse stijl, waar Jozef Van Goethem de glazen kastjes liet plaatsen. Aan de andere zijde van het gelijkvloers bevindt zich een ruime, recente kamer met veel licht door de plaatsing van grote ramen bijna rondom de hele ruimte. Dit was vroeger een serre geweest, die volledig werd verbouwd door de laatste bewoners. Zo kon dokter Jozef Van Goethem, een groot liefhebber van tuinieren, iedere dag zijn tuin zien.
Opvallend tussen al deze vrij klassiek ingerichte kamers en ruimten, was de modernistische barruimte uit de jaren ’60, ontworpen door een Brusselse interieurarchitect.
Eerst werd het plan opgevat om de villa om te bouwen tot een meer luxueuze afdeling van het RVT Herleving, een beetje naar Engels model. Dat plan werd nooit concreet omgezet. In 2011 werd duidelijk dat de villa een rol zou spelen in de verdere toekomstplannen van het WZC. Een deel van de imposante tuin werd gebruikt om de nieuwbouw van het WZC Craeyenhof te realiseren.
De woning zelf werd een korte periode als vergaderplaats en opslagruimte voor verschillende verenigingen gebruikt. In 2017 werd de woning verkocht en bestemd als wooncomplex. Met respect voor de zuid en westgevel worden in deze villa 9 appartementen voorzien. De gemeente kocht de Villa Hortensia aan met bijhorende gronden in 2009/2010.
De woning is vastgesteld bouwkundig erfgoed. De rest van de tuin kreeg een waardige herbestemming als openbaar park dat samen met de vroegere tuin van de pastorij een groene long vormt in het centrum van, Burcht. Het nieuwe Wolfsbergpark dat door de oude voetwegel ‘Het Dammeke’ doorkruist wordt, verbindt zo het Kaaiplein met de wijk Het Hoekske. Enkele voorwerpen die vroeger de tuin van de villa Hortensia sierden, vonden een vast onderkomen in het park. De molenstenen, afkomstig van een oude oliemolen, en de door de Heemkundige Kring gerestaureerde zonnewijzer uit de 17e eeuw kunnen hier bewonderd worden. De schandpaal van Burcht werd verplaatst naar de achterzijde van de kerk.
Tekst: Menno Claes, gebaseerd op interview met mevrouw Mine Arts.
Foto's: Vincent Deleu, Chris Vander Straeten.
Oud fotomateriaal: Archief Heemkundige Kring Zwijndrecht Burcht.
Bevolkingsregisters Burcht, 1891-1970
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/14736