Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie.Bezoek ons Forum .
Het religieuze leven op het Vlaams Hoofd (als toenmalig gehucht van Zwijndrecht) heeft zich grotendeels en lange tijd afgespeeld op het dorpsplein (ongeveer ter hoogte van de ingang/uitgang van de voetgangerstunnel) met de kapel die toegewijd was aan de Heilige Anna (moeder van Maria), vandaar ook de andere naam voor het Vlaams Hoofd: Sint-Anna.
Deze kapel zou volgens sommige bronnen al bestaan hebben in 1330 en hoewel ze in 1878 nog een grondige onderhoudsbeurt had gekregen was het duidelijk dat de kapel te klein geworden was voor de toenmalige geloofsgemeenschap. Plannen werden dan ook gesmeed om een nieuwe kerk te bouwen. Zo was het aantal inwoners op korte tijd enorm gestegen, waar in 1893 de parochie nog iets meer dan 800 inwoners telde, was dit aantal al gestegen tot 1500 in amper 5 jaar tijd.
Graaf de Brouchoven de Bergeyck stelde een gebouw ter beschikking waar ongeveer een 700 tot 800 personen in konden. Op 15 maart 1894 werd deze voorlopige kerk door de toenmalige Zwijndrechtse pastoor Roelandts ingewijd; het gebouw was gelegen aan de Rijselsebaan tegenover de Geniestraat.
De kerkfabriek ging in zee met bouwmeester Frans Stuyck, waarmee men reeds goede ervaringen had bij de bouw van de bovenvermelde voorlopige kerk, de pastorij en het klooster. Over de Antwerpse architekt Frans Stuyck (geboren in Antwerpen op 19 juli 1852 en er gestorven op 3 juli 1922) is op zich niet veel geweten maar verschillende gebouwen van zijn hand zijn in het Antwerpse nog te bekijken.
In 1898 legde Stuyck een plan op tafel voor een nieuwe kerk. Het bouwperceel werd geschonken door graaf Florimond de Brouchoven de Bergeyck, telg van een beroemde adellijke familie en zelf bewoner van het kasteel Cortewalle in Beveren. Hij was onder meer senator en schonk bijvoorbeeld ook de grond waarop de basiliek van Koekelberg is gebouwd. De kerkfabriek beschikte over een eigen budget van 40.400 frank. De rest van het bedrag, vermoedelijk 209.268,21 frank, werd gevraagd aan de nationale overheid, de provincie en de gemeente (Zwijndrecht).
De gemeente Zwijndrecht was echter niet (meteen) akkoord met deze uitgave, volgens sommigen door jaloezie omdat het Vlaams Hoofd groter begon te worden dan het centrum van de gemeente zelf. Uiteindelijk zou het nog tot begin 1900 duren vooraleer de gemeente Zwijndrecht groen licht zou geven. De plannen voor de nieuwe kerk zouden ondertussen ook lichtjes wijzigen gelet op opmerkingen van de provincie en de Koninklijke Commissie voor Monumenten.
Omdat de kosten voor de kerkfabriek uiteindelijk te groot bleken werd het bouwproject gevoelig ingekort, met zelfs een derde: toren, doopkapel en sacristieën werden uiteindelijk weggelaten, wat de kostprijs deed dalen tot 155.766,09 frank. Er zou met deze wijziging nog plaats zijn voor 855 gelovigen en niet meer voor 1250.
Op 8 december 1902 werd dan de bouw aanbesteed en het Koninklijk Besluit dat machtiging gaf om de kerk te bouwen werd door Koning Leopold II op 1 februari 1903 getekend. Verschillende bouwtechnische problemen maakten dat alle werken aan de kerk pas voltooid waren halverwege 1905 en de ingebruikname ervan was eind juni, begin juli 1905. De aannemer was Aimé Hesbain, die ook de Sint-Eligiuskerk in Antwerpen-Stuivenberg voor zijn rekening nam.
Op zondag 17 september 1905 werden bisschop Stillemans en de familie de Brouchoven de Bergeyck ingehaald door een grote stoet en de dag nadien werd de kerk dan effectief ingewijd, net naast de voorlopige kerk. De kerk zelf werd toegewijd aan Sint-Anna EN aan Sint-Joachim, dit laatste op vraag van de bovenvermelde adellijke familie die zoals eerder werd geschreven in belangrijke mate had bijgedragen aan de realisatie van de kerk.
De kerk was zo georiënteerd dat ze aan de voorkant uitgaf op de oude baan naar Gent en aan de achterkant op de toenmalige spoorwegroute. Het zou één van de laatste gebouwen zijn op het Vlaams Hoofd dat nog een bouwvergunning zou krijgen.
Hoewel ingewijd in 1905 was ze nog niet geheel af. Zo werd bijvoorbeeld nog steeds gebruik gemaakt van de preekstoel, de communiebank en het altaar van de voorlopige kerk. De kerk diende ook op een hoogte gebouwd te worden waardoor bijkomend in een helling en trappen met bijhorende afsluiting diende voorzien te worden. Deze werden gebouwd in 1907, net als enkele altaren en biechtstoelen. Ander kerkmeubilair werd pas in 1909 geplaatst: orgel, communiebank en preekstoel.
Aangezien het gehucht Vlaams Hoofd in 1923 overgedragen werd aan Antwerpen, wordt hier niet verder ingegaan op ontwikkelingen na deze datum. De kerk heeft echter geen 70 jaar bestaan, ondanks de hoge kostprijs want het neogotische bouwwerk (welke in de volksmond “Sint-Anna in de put” werd genoemd) diende te verdwijnen in 1968 wegens de (volledige) ophoging van Antwerpen-Linkeroever. De kerk was ook het laatste gebouw van het “oude” Vlaams Hoofd dat werd afgebroken.
Een nieuwe kerk werd uiteindelijk op dezelfde plaats opgericht, nu in de Haenegraefstraat. Ze werd ingewijd op 29 november 1970. Weinig is bewaard gebleven van de oude kerk.
De benaming Sint-Anna-ten-Drieën heeft te maken met de voorstelling in de Christelijke kunst van de heilige Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus. De naam werd gegeven bij de fusie van de drie parochies op de Linkeroever. De oudste en oorspronkelijke parochie was Sint-Anna en Sint-Joachim, maar gelet op de verdere urbanisatie en bevolkingsaangroei op Linkeroever waren er nadien twee parochies bij gekomen: Onze-Lieve-Vrouw-ter-Schelde en de Sint-Lucasparochie.
Bronnen:
Frans Lauwers, Oud Sint Anneke herleeft, 1983, p. 24-27.
Dirk Verelst, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, Deel 2, 1993, p. 535-542.
Frans Lauwers, Antwerpen Een terugblik En op Sint-Anneke mosselen, 2002, p. 55-58.
G.K. Kockelberg, Terugblik… Zwijndrecht, Burcht en St-Anneke, 2006, p. 82-84.
Website: http://www.sint-anna-ten-drieen.be/
Tekst en postkaarten: Peter Van den Eynde.
Foto's huidige kerk: Chris Vander Straeten.