Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum .
Op initiatief van pastoor Schockaert en onder bouwtechnische leiding van aannemer Kamiel Verhelst, uit Zwijndrecht, werd de bouw van het Gildenhuis aangevat, nadat men de gronden in 1920 had gekocht. Het werd een geheel van school, patronage, gildenhuis en vakschool. In 1921 volgde de plechtige opening. Om het ganse complex goed te beheren werd op 20 oktober 1922 de vzw Parochiale Werken opgericht.
Het Gildenhuis, hét centrum van de Zwijndrechtse, katholieke verenigingen, lag aan de Statiestraat naast de Schooldam. Buren van het Gildenhuis waren de woning en tuin van de familie Glorie, de Sint Paulusschool voor jongens en de tuin van de meisjesschool.
Men kwam het Gildenhuis binnen via een dubbele deur en bevond zich in een kleine gelagzaal. De toog stond dwars op de straatzijde. In deze ruimte bevonden zich verder nog een deur en een grote schuifmuur. De deur naast de toog leidde naar de keuken-eetplaats voor de conciërge-cafébaas.
Achter het café vond men een ruimte zonder ramen. Hier vonden besloten vergaderingen plaats maar er was ook plaats voor de mutualiteit. Deze afgesloten ruimte had een deur naar buiten waar men tegen de buitenmuur de WC’s vond. Er liep een paadje langs de WC’s naar de avondvakschool.
Achter de schuifmuur bevond zich een grote zaal met een podium, die ook gebruikt werd als toneelzaal. Onder de toneelzaal vond men de praktijkruimte van de avondvakschool.
In de zijmuur van de toneelzaal bevonden zich enkele deuren die uitgaven op de grote speelplaats van de jongensschool. Er was één deur die nooit open mocht. Deze bevond zich het dichtst tegen de straatkant. Dit moest voorkomen dat de pijlen van de liggende wipsschieting, gehouden door de patronage op de speelplaats van de jongensschool, bij toeval iemand die uit het Gildenhuis kwam, zou treffen.
Om alles in goede banen te leiden, was er een raad van bestuur. In deze raad zaten in het begin bekende Zwijndrechtenaren zoals notaris Dirix en Richard Orlent.
Conciërges-cafébazen waren (in willekeurige volgorde) ondermeer Door Vernelen, Richard Laureyn/Lorrain, Theo en Viviane Dobbeleir, Staf Cant en Dulla en Frans en Leontine Moenssens-De Meulenaere.
In de toneelzaal van het Gildenhuis trad de fanfare op en er werd ook toneel gespeeld. Er waren avonden georganiseerd door de Bond van het Heilig Hart. De Sint Paulusschool, en later ook de meisjesschool, hielden er hun prijsuitreikingen. Het ACV, de Kajotters en de Kajotsters, de Landelijke Jeugd, de Chiro en nog vele andere katholieke verenigingen hadden er hun vergaderingen en feesten. Men kwam er turnen en Davidsfonds Zwijndrecht gaf er zijn voordrachten.
Later, na de nodige veranderingen aan het gebouw, werden er mosselsoupers, Milac-eetfestijnen, koffietafels, huwelijksfeesten en fuiven gehouden.
Er werden in de loop der jaren vele veranderingen aan het Gildenhuis aangebracht. Deze werden gerealiseerd dankzij vele vrijwilligers. Er kwam in de jaren ’90 ook nog een uitgang met een hellend vlak via de grote speelplaats van de jongensschool. Zo konden ook minder mobiele personen in het Gildenhuis binnen wanneer de trappen aan de ingang te moeilijk waren om te overwinnen. Er kwamen meer vergaderzalen, die in de jaren ’90 van vorige eeuw allen een eigen naam kregen, een grote feestzaal met keuken en toiletten in het gebouw. Ook andere, niet-confessionele, groepen vonden hun weg naar het Gildenhuis. Fotoclub Optika had er een donkere kamer. Begin 21e eeuw kon men hier naar de consultaties van Kind & Gezin.
Het gebruik van het Gildenhuis door de verenigingen daalde echter.
Het café van het Gildenhuis werd een brasserie. Maar dit kon niet verhelpen dat het Gildenhuis failliet ging. Het gebouw werd afgebroken. Op de vrijgekomen gronden bouwde de VZW Zorg-saam van de Zusters Kindsheid Jesu serviceflats.
Bronnen:
Herman Stroobandt en Gerard Van Vossel - Parochiaal secretariaat Heilige Kruis-parochie Zwijndrecht.
Robert Oosterlinck en Alice Van Audekerke (orale geschiedenis).
Foto's: Parochiaal archief Heilige Kruis-parochie Zwijndrecht.
Tekst: Mireille Schaekers.