Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum.
Donatus D’haese werd geboren in Erondegem (nu een deelgemeente van Erpe-Mere) op 6 februari 1861. Hij huwde op 18 januari 1888 in Lede met Leopoldina De Craecker. Zij was geboren op 2 oktober 1864 in Lede (een buurgemeente van Erondegem).
Na een in Zwijndrecht bitsig uitgevochten schoolstrijd (1879-1884) sloot de gemeente de verplicht opgerichte gemeentelijke jongensschool en steunde ze de door pastoor Roelandts opgerichte jongensschool: de Sint-Paulusschool. De school groeide snel en men had nood aan katholiek opgeleide schoolmeesters.
Mogelijk werd Donatus aangesteld als leraar in de vrije jongensschool van Zwijndrecht in 1887. Kort na zijn huwelijk vervoegde zijn echtgenote hem in Zwijndrecht.
Het gezin kreeg 5 kinderen: Willem (° 4 april 1889), Julia (° 10 april 1890), Octaaf (°7 maart 1890), Maria (° 13 april 1896) en tenslotte Paul (° 20 mei 1897).
Donatus werd op een ons onbekend tijdstip hoofdonderwijzer van de school (directeur met klas). Zijn verzoek om in Zwijndrecht een zondagsschool voor volwassenen op te richten in de lokalen van de Sint-Paulusschool werd in 1907 ingewilligd. Maar de school had weinig succes en werd stopgezet in 1911. Onmiddellijk ging over tot de oprichting van een avondschool voor volwassenen. Wellicht had ook hier Donatus D’haese een serieuze vinger in de pap. Maar dit initiatief had weinig succes en stopte in de zomer van 1918. In overleg met de gemeente werd dan beslist een nijverheidsschool op te richten, beter bekend onder de naam vakschool. Deze zag het levenslicht in november 1919 en Donatus D’haese werd de eerste directeur. Het was eveneens een avondschool die zich richtte op jongens vanaf 13 jaar.
Als enige van het lerarenkorps van de Sint-Paulusschool bleef Donatus D’haese op post tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Donatus D’haese was tevens voorzitter van de Christelijke Onderwijzersbondkring Beveren-Waas.
Donatus D’haese ging met pensioen in 1920. Hij maakte de overstap naar de lokale politiek en schopte het meteen tot eerste schepen bij de verkiezingen van april 1921. Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen (1926) werd hij herkozen en bleef hij eerste schepen tot en met 1932.
In welke mate hij betrokken was bij het dossier waarbij Zwijndrecht overstapte naar de provincie Antwerpen, is ons onbekend. In diezelfde periode werd ook de kerk vergroot en een nieuw gemeentehuis gebouwd. De rol van burgemeester Gustaaf Van Bogaert was ongetwijfeld groot, maar we mogen in deze de rol van de twee schepenen toch niet onderschatten.
Naast deze mooie carrière was Donatus D’haese ook actief als schrijver. Hij werd omschreven als ‘Schrijver van Vlaamsche en Fransche leesboeken en geschiedeniswerken, rekenboeken, zedelijke verhalen enz.’ (1905). Elders klonk dit als ‘Schrijver van rekenboeken, Vlaamsche en Fransche leesboeken en geschiedeniswerken voor alle graden der lagere school, van antialcoolische, zedelijke verhalen, van tooneelstukjes, enz., enz.’ (zonder datum). Op zijn gedenkenisprent werd vermeld dat hij zeer begaan was om het ‘volkskind’ en daarom de ‘Gulden Kinderboekerij’ stichtte.
Bij uitgeverij A.-J. Witteryck-Delplace1 uit Brugge gaf hij 6 boeken uit.
In 1901 verscheen ‘Eene plechtige prijsdeeling in eene lagere school’. Het is een verzameling van een aantal teksten gebundeld in 3 hoofdstukken. Een eerste hoofdstuk heet ‘Nu en later’ en bevat volgens de schrijver ‘rijmstukjes in drie delen tot bevordering van matigheid, spaarzaamheid en vooruitzicht’. In feite zijn het een aantal korte toneelstukjes. Een tweede hoofdstuk wordt omschreven als ‘Negen Sterrekens voor de jeugd of negen dichtstukjes geschikt om voorgedragen te worden’. In een derde hoofdstuk vinden we ‘De Boerkens. Lichaamsoefeningen met zang’. Het zijn 2 liedjes waarbij naast zang ook de nodige lichaamsbewegingen moesten gemaakt worden. Het is duidelijk dat Donatus D’haese hier pedagogische elementen uit zijn dagdagelijkse praktijk bundelt. Overigens werd de muziek gecomponeerd door zijn Zwijndrechtse collega J. Segers.
In 1904 publiceerde hij bij dezelfde uitgeverij ‘Geluk, Lijden en Zegepraal van een kind des volks’, een jeugdboek over het leven van Maria De Laet. Een fictief verhaal waarin het hoofdpersonage een gelukkige jeugd beleeft, trouwt en kinderen krijgt. Haar echtgenoot is liefdevol maar geraakt aan de drank met alle gevolgen van dien. Uiteindelijk komt alles goed onder andere door het sterke geloof van Maria.
Een jaar later publiceert hij bij dezelfde uitgever ‘Onze omwenteling van 1830 met hare Oorzaken en hare Gevolgen’.
Merkwaardig is het dan dat we een kwart eeuw moeten wachten vooraleer Donatus D’haese opnieuw bij deze uitgever iets laat uitgeven.
In 1930 verschijnt ‘Wonderbare Gebeurtenissen in Woord en Beeld’. Het zijn 7 vertellingen gebaseerd op verhalen uit het Nieuwe Testament. Dit krijgt in 1931 een vervolg in ‘Verheven Lessen in Woord en Beeld’, opnieuw 7 vertellingen uit het Nieuwe Testament. En nog is de inspiratie niet op want een jaar later verschijnt ‘Onze Verlossing in Woord en Beeld’, waarin 7 andere vertellingen gebaseerd op het Nieuwe Testament worden gepubliceerd2.
Mogelijk schreef Donatus D’haese in de tussenperiode heel wat boekjes die werden gepubliceerd door drukkerij en uitgeverij Jozef Van In & Cie uit Lier. We vonden een lijst terug van 42 boekjes, waar ook de werken uitgegeven bij uitgeverij Witteryck zijn opgenomen. Verschenen zij als herdruk bij Van In? Helaas ontbreken de data van publicatie3.
Zeker in het licht van de latere carrière van zijn zoon Paul staat in deze publicatielijst enkele merkwaardige publicaties.
Zo verscheen een ‘Schrijf- leesmethode’ in 3 delen en een ‘Gemakkelijk en aantrekkelijk rekenboek’ in 6 delen. Ook werd ingezet op het aanleren van het Frans met een boekje ‘Korte en aantrekkelijke manier om te leeren Fransch lezen’. In drie delen verscheen ‘Méthode directe pour apprende le Français’ en een boekje ‘Conjugaison des verbes réguliers’.
De nationale geschiedenis kreeg in zijn oeuvre bijzondere aandacht met een ‘Vaderlandsche Geschiedenis, middelgraad’ met een oefenboek. Dit verscheen ook in het Frans. Daarna kwam ook een ‘Vaderlandse Geschiedenis, hoogeren graad’, dat ook een Franstalige uitgave kreeg.
Ook religieus geïnspireerde werken zagen het levenslicht, zoals ‘Lessen uit de Bijbelsche Geschiedenis’ met een uitgave voor de lagere graad, de middelbare en de hogere graad. Ook ‘Zedelijke Verhalen’ in 2 delen kunnen we onder deze rubriek klasseren.
Maar daarnaast verschenen ook gewone verhalen zoals ‘De Vriend der jeugd’, een leesboek in 3 delen. Hij publiceerde ook ‘De Matigheid, aantrekkelijk gemaakt’ en ‘Twaalf Kogels naar het hart van Koning Alcool’. toneelstukken zoals ‘Wie zaait, maait’, ‘De Maandagvierders’ en ‘Verzameling van kleine toneelstukjes’. Ook 2 lichaamsoefeningen met zang zagen het levenslicht ‘ De Hovenierkens’ en ‘De lustige Timmerlieden’.
We kunnen deze indrukwekkende lijst afsluiten met de uitgaven van wat prijsboeken werden genoemd ‘Schoolbloempjes’ en ‘Bloempjes uit tuin en veld’4.
De echtgenote van Donatus D’haese overleed op 29 maart 1927. Hijzelf overleed op 27 november 1935. Ze liggen begraven op het kerkhof van Zwijndrecht samen met hun ongehuwde dochters Julia (1890-1947) en Maria (1896-1966). Ook hun zoon Paul, die eveneens ongehuwd bleef, vond hier zijn laatste rustplaats. Hij overleed op 24 oktober 1971.
Het graf bevindt zich uiterst rechts op het kerkhof aan de kerkhofmuur.
Noten:
1 A.-J. Witteryck was een onderwijzer en drukker uit Brugge, die ook ijverde voor de verspreiding van Esperanto. In Assebroek (een deelgemeente van Brugge) werd hem een straatnaam toegewezen (www.rpaerttraat.brugsebuurten.be, laatst geraadpleegd op 29 juni 2022).
2 De door Donatus D’haese geschreven boeken uit 1901, 1904, 1930, 1931 en 1932 zijn digitaal raadpleegbaar via de website van de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren of www.dbni.org, en als zoekterm Donatus D’haese intikken. Ooit lag in het gemeentelijk archief het boekje over de Belgische Omwenteling, maar dat is nu niet meer terug te vinden (we maakten toen een fotokopie van het titelblad).
3 Ooit vonden we het boek ‘Goede Vrienden’ terug in het gemeentelijk archief en maakten we een fotokopij van het eerste en laatste blad. Helaas verdween dit boek.
4 Jammer genoeg vonden we geen van deze publicaties terug.
Tekst: Dirk Verelst
Bronnen: G. Raeymakers, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht. Zwijndrecht en Burcht in de 19de en 20ste eeuw, 2004, dl 3, blz. 125-126, 214-222, 242-243.
Archief Zwijndrecht, bevolkingsregisters 1890-1900, 1900-1910. Archief Heemkundige Kring, dozen archief D’haese.