Logo
HEEMKUNDIGE KRING ZWIJNDRECHT BURCHT

2015-01-FotoPostkaartDit is duidelijk een stellingmolen. De schouw is aangesloten op de ketel van een stoommachine.
Postkaart met datumstempel september 1914.

Graag uw opmerkingen en andere interessante informatie. Bezoek ons Forum .

Uit verschillende bronnen blijkt dat Zwijndrecht vroeger verschillende (wind)molens kende. Een eerste vermelding gaat terug tot 1398.
Sommige bronnen spreken van 7 tot 8 molens die actief waren in de 16de eeuw. Zo zou er een molen gestaan hebben in de huidige Statiestraat (vroeger “Molendam” genaamd), vermoedelijk in de buurt van het huidige station. Een andere molen stond aan de “Haeg Cauter”, sinds 1923 grondgebied Melsele. Ook in de buurt van Vromenhove draaide een molen. Ook in Burcht en op Linkeroever (tot 1923 Zwijndrechts grondgebied) stonden verscheidene molens. Er is sprake van een watermolen en een papiermolen.

De laatste molen, die Zwijndrecht rijk was, stond aan de hoek van de Polderstraat (nr. 56) met de Molenstraat (nr. 2).
Reeds in 1574 stond een houten windmolen (eigendom van jonker Jan Damman) op de hoek van de “Molendam” (of Meulendamstraat - nu Molenstraat - niet te verwarren met de andere Molendam die te situeren was ter hoogte van de huidige Statiestraat). Deze stond oorspronkelijk echter iets verder in de Molenstraat volgens de onderstaande kaart. De buurt kende verschillende benamingen maar duidden steeds dezelfde plaats aan: “Kercken Cauter”, “Vliet Cautere” of “Meulen Coutere”.

2015-01-kaart Zwijndrecht

De molen was eigendom van de familie Damman, heer van Oombergen en maakte deel uit van het leen of de heerlijkheid Vromenhove totdat dit leen in 1756/1757 werd opgesplitst en verkocht. De nieuwe eigenaars moesten wel een cijns betalen aan de opvolgers van de heer van Oombergen, de heer van Poeke.
Op basis van oude documenten lezen we dat in 1638 de heer van Burcht en Zwijndrecht, Jan van Hove zijn windmolen aan molenaar Jan Kennis verhuurde. Doorheen de eeuwen zal de molen regelmatig van eigenaar/huurder wisselen. Oorlogsperikelen liggen wellicht mede aan de oorsprong van deze wissels.

Na 1800 bleef Jan Frans Verbraeken in Zwijndrecht de enige molenaar. Gelet op het gebrek aan concurrentie kreeg de windmolen "de wind in de zeilen".
De houten windmolen werd zelfs rond 1814 vervangen door een stenen stellingmolen, iets verderop naast een hofstee op de Kercken Cauter.
Een stellingmolen is een windmolen met een stelling, welke meestal in bebouwd gebied staat en hoog genoeg moest zijn om voldoende wind te vangen. De wieken en de staart reiken dan ook niet tot de grond, maar tot aan de stelling, die rondom de molen loopt. Die is nodig om de molen te kunnen bedienen.

2015-01-MolenMetDamesDe molen in betere tijdenHet is deze molen die te zien is op de postkaart(en) en waarvan de romp tot 1993 het straatbeeld domineerde en welke dus te situeren was op de hoek van de Polderstraat en de Molenstraat (schuin tegenover de eerdere houten molen). Op een balk van de molen zou het jaartal 1757 gestaan hebben, wat doet vermoeden dat deze afkomstig was van een andere, oudere molen.
De aanleiding tot het bouwen van de nieuwe molen was mogelijks het gevolg van herstellingswerken die in de zomer van 1814 werden uitgevoerd. Die liepen slecht af. Een deel van de houten molen stortte in en leidde tot een tijdelijk buiten gebruik zijn van de molen. Er werden een dode en twee lichtgewonden gemeld bij dit ongeval.

Oorspronkelijk werd de molen door wind aangedreven, later werd die door middel van een stoommachine aangedreven. De vierkante schouw is zichtbaar naast de windmolen op de foto hierboven.. Het was Karel Lodewijk De Decker (een kleinzoon van de eerder genoemde Jan Frans Verbraeken) die in 1860 een stoomgraanmolen naast de bestaande molen bouwde. De Decker betaalde voor de stenen graanwindmolen, het huis, de stallingen en de boomgaard in die tijd 24.000 frank.
Net zoals in de 16de eeuw veranderde ook in deze periode de molen regelmatig van eigenaar.

2015-01-FotoRompWinterFoto genomen door John Verpaalen in februari 1985, waarop duidelijk te zien is dat de molen zich reeds in een verre staat van “demontering” bevond.In 1914 werden de activiteiten van de molen zelf stopgezet.
Nadat de wieken gedemonteerd waren, verdween ook de schouw en werd alleen nog gemalen met elektromotoren.
Vervolgens verloor de molen ook nog eens zijn stelling, de kap, de staart en al het binnenwerk. Op het einde diende hij enkel als opslagplaats, autostalling en duivenkot.

In 1987 werd het bedrijf volledig stilgelegd. Vroeger werd altijd voor de boeren uit de Melselepolder gemalen, maar deze verdwenen één voor één wegens onteigeningen, door het opspuiten van de polder en de daaropvolgende industrialisatie.
Eind 1992 gaf de gemeente toelating tot afbraak van de romp die ongeveer 20 meter hoog was. De afbraak zelf gebeurde eind januari 1993.
Het toenmalige gemeentebestuur wou de molen niet kopen. De molen had voor hen geen historische waarde. Men vond tevens geen mogelijke herbestemming. Bovendien ontbraken de financiële middelen. Dat de molen zo bouwvallig was, waardoor geen enkele verzekeringsmaatschappij nog bereid was om de constructie te verzekeren, deed zeker geen goed aan dit dossier.

2015-01-MolenaarshuisFoto uit de Inventaris Onroerend Erfgoed (Vlaamse Gemeenschap) die mooi de molen(romp) toont met het molenaarshuis in de Polderstraat.Ten zuidoosten van de windmolen stond het molenhuis in neoclassicistische stijl uit de tweede helft van de 19de eeuw. De laatste molenaars waren drie generaties van de familie De Vos. Waarschijnlijk bouwde August De Vos dit huis in de Polderstraat.

Lange tijd was er ter hoogte van de Polderstraat 56 slechts een grasvlakte. In 2014 werd het terrein bebouwd.

De molen staat nog steeds in de inventarislijst van het bouwkundig onroerend erfgoed, maar met de melding dat de molen en het molenaarshuis verdwenen zijn.
Mocht iemand extra informatie (of voorwerpen) hebben met betrekking tot de verschillende molens van Zwijndrecht, dan mag hij dit steeds aan de Heemkring laten weten.

Tekst en illustraties:
     Peter Van den Eynde

Bronnen:
W. Smet, De Windmolens in het Waasland, 1974.
W. Smet, Kijk op Zwijndrecht en Burcht, 1976.
G. K. Kockelberg, Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen, 1986.
D. Verelst, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, deel 1.
G.K. Kockelberg, Hoekskes & Kantjes van Burcht, Zwijndrecht en Sint-Anneke, 2003.
G. Raeymaekers, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht, deel 3, 2004.
G.K. Kockelberg, Terugblik… Zwijndrecht, Burcht en St-Anneke, 2006.
H. Lambrechts-Augustijns, De windmolen van Zwijndrecht in 1638, in Levende molens, jaargang 30 (2008), 122-125.
www.molenechos.be.
inventaris.onroerenderfgoed.be.